We vinden het woord “trauma” vaak erg zwaar en denken meestal aan grote, zichtbare gebeurtenissen die iedereen als schokkend zou ervaren. Maar wat als de pijn die voortkomt uit minder zichtbare ervaringen eigenlijk dieper zit? Uit mijn eigen ervaring, zowel persoonlijk en 10 jaar als traumatherapeut, geloof ik dat iedereen op de een of andere manier met trauma te maken heeft. Soms zijn we ons daarvan bewust, maar vaak ook niet. Het is niet mijn bedoeling je iets op te leggen, maar ik vind het belangrijk om de lading wat op het woord trauma rust, vanuit een ander perspectief te bekijken. Ik geloof dat veel problemen opgelost kunnen worden als er meer trauma-bewustzijn komt. Dat is de reden waarom ik mijn persoonlijk verhaal met je wilt delen.
De unieke manieren waarop we trauma ervaren
Natuurlijk zijn we allemaal anders en gaan op onze unieke manier om met grote of ogenschijnlijke kleinere gebeurtenissen. Voor sommigen vraagt het onderliggend trauma om aandacht, omdat ze vastlopen in het leven—of dat nu is in relaties, op het werk, of door het ontwikkelen van bijvoorbeeld verslavingen. Voor anderen gaat het leven gewoon verder, zonder dat de pijn direct zichtbaar invloed heeft. Wat voor de één als een diep traumatische gebeurtenis wordt ervaren, kan voor een ander minder zwaar zijn. Dit heeft alles te maken hoe weerbaar je bent en hoe veilig je bent opgegroeid.
Mijn verhaal kan bij jou iets triggeren
Als ervaringsdeskundige en traumatherapeut wil ik je graag meenemen in een stukje geschiedenis om verschillende kanten van trauma te belichten. Ik wil laten zien hoe ik zowel ingrijpende als ogenschijnlijk minder ingrijpende ervaringen heb beleefd en wat de gevolgen daarvan zijn geweest. Het lezen van mijn verhaal kan intens zijn en wellicht trauma bij je aanraken. Als dat gebeurt, nodig ik je uit om even stil te staan. Probeer je ademhaling naar dat gevoel te brengen die je waarschijnlijk ergens in je lichaam kan waarnemen, voel waar je geraakt wordt en waar dat mogelijk vandaan komt. Op die manier geef je er ruimte aan. Dat is wat trauma nodig heeft: gezien, gehoord en gevoeld worden. En mocht je dat willen, dan ben ik er voor je om daar bij te helpen.
Mamma, waar was je? Ik heb je gemist en ik had je zo nodig!
Een wereld vol stilte: Mijn jeugd in een huis van angst
Ik heb gelukkig niet in een jappenkamp gezeten, moeten vechten in de oorlog, geen natuurramp meegemaakt, wat natuurlijk afschuwelijk is als je dat overkomt, maar ik ben wel in aanraking gekomen met veel trauma in mijn vroege jeugd. Als kind had ik dat niet door. Als kind groei je op in een wereld die voor jou op dat moment ‘gewoon’ lijkt. Maar als ik nu terugkijk, realiseer ik me dat mijn wereld verre van gewoon was. Ik werd geboren in een sfeer van angst, in de buik van een moeder die emotioneel onbereikbaar was en vaak psychisch in de war. Ze worstelde met haar eigen demonen en deed meerdere pogingen om uit het leven te stappen. Daarnaast kampte ze met fysieke klachten, zoals de ziekte van Ménière en aangezichtspijn, wat haar nog moedelozer maakte. Het was duidelijk: ze had geen gemakkelijk leven.
Mijn vader was ook emotioneel afwezig. Hij had geen idee hoe hij met emoties of verbinding om moest gaan en hield alles het liefst simpel. Hij wilde geen gedoe en zocht vaak buiten de deur naar afleiding, waar het gras groener leek. Thuis was er geen sprake van liefdevolle verbinding, geen interesse, geen troost, geen steun—slechts leegte en afstand. Ondanks dat ik weet dat mijn ouders gedaan hebben wat ze konden, heeft het bij mij diepe imprint achter gelaten.
De eerste imprints: Hoe ons leven begint
Wist je dat ervaringen die we al in de buik van onze moeder opdoen, diepe sporen kunnen achterlaten? Zelfs bij de conceptie kan er al een stempel worden gedrukt op wie we zijn en hoe we ons later voelen. Stel je voor: als je ouders op dat moment een diepe, liefdevolle band met elkaar hebben, is dat een heel andere start dan wanneer je voortkomt uit een traumatische ervaring, zoals een verkrachting. Vaak staan we hier niet bij stil, maar deze vroege ervaringen kunnen een grote invloed hebben op ons leven. In mijn geval hadden mijn ouders geen liefdevolle verbinding bij de conceptie, en ik kwam in een buik waar mama angstig was en gedachten had dat ze niet wilde leven. Het gevolg was dat ik een lange tijd ook suïcidale gedachten had en het leven als heel zwaar heb ervaren.
Toen ik geboren werd, was mijn moeder emotioneel afwezig. Had ik dat toen door? Nee, natuurlijk niet. Maar jaren later, toen ik begon te onderzoeken waarom ik moeite had met het aangaan van relaties, ontdekte ik dat die emotionele leegte van mijn moeder een diepe imprint had achtergelaten. Het zorgde voor een onveilige hechting.
Als baby voelde ik dat de wereld om me heen onveilig en koud was. Ik leerde mezelf stil te houden, onzichtbaar te zijn. Ik huilde niet, liet niets van me horen, en wachtte geduldig tot ik eten kreeg of verschoond werd. Mijn overlevingsstrategie begon al in die vroege jaren: onzichtbaar zijn.
Deze vroege hechtingservaringen beïnvloeden hoe we ons later verbinden met anderen. Ze vormen de basis van hoe we omgaan met intimiteit, vertrouwen en relaties. Het is geen wonder dat zoveel van ons moeite hebben met het opbouwen van stabiele, gezonde relaties. Ook ik heb in mijn relaties veel geleerd. Wat gebeurt er in de dynamiek tussen mensen die elkaar willen liefhebben, maar soms juist afstand van elkaar nemen?
Leren laveren in een moeilijke gezinsdynamiek
Als klein meisje laveerde ik door de ingewikkelde gezinsdynamiek waarin ik opgroeide. Eerst met mijn twee jaar oudere zus, en later met mijn jongere broertje, die vier jaar jonger is. Al op jonge leeftijd had ik mezelf volledig afgestemd op mijn moeder; ik voelde haar wanhoop, haar pijn, en vooral haar afwezigheid. Ik vroeg me constant af: “Hoe gaat het met haar? Hoe voelt ze zich?”
Ik paste me aan. Ik bleef stil, want mamma had pijn. Soms kon ik het niet opbrengen om ’s middags naar school te gaan. In plaats daarvan bleef ik thuis en lag ik bij haar op bed, terwijl ze met elektroden op haar gezicht probeerde haar pijn te verlichten. Ik was bang en durfde niet te slapen; ik hield mijn moeder nauwlettend in de gaten. Ik was toen vier jaar oud.
Dit beeld, dit gevoel, liet een diepe imprint achter. Nog meer voelsprieten nog meer alert. Het gevolg: Ik slaap nog steeds niet als er iemand naast mij ligt. Als je zo klein bent, heb je geen idee wat je precies aan het doen bent—je doet maar wat. Het enige wat je als kind wilt, is verbinding en liefde, dat is van levensbelang. Je hebt iemand nodig die voor je zorgt, die je eten geeft, zodat je je veilig voelt en het gevoel hebt dat je erbij hoort.
Maar als die basis van veiligheid ontbreekt, kan dat zorgen voor een gevoel van doodsangst. Als kind zoek je dan naar manieren om toch enige vorm van verbinding te creëren, zelfs als dat betekent dat je jezelf bindt aan angst, wat in mijn geval zo was. Zo klein als ik was ben ik al gaan zorgen voor mijn moeder.
Achtergelaten en alleen: de invloed van een onveilige jeugd
Wanneer mijn moeder weer eens was opgenomen op de PAAZ-afdeling na een zelfmoordpoging, werden mijn broertje, zus en ik apart van elkaar ondergebracht. Mijn vader bracht ons bij vrienden, opa’s en oma’s, tantes, buren of soms zelfs bij volslagen onbekenden. Elke keer weer een andere omgeving. Het gevoel van achtergelaten worden maakte me intens verdrietig en eenzaam. In mijn vroege jeugd van 0 tot 15 gebeurde dit zo’n twintig keer. Het zorgde voor enorme stress in mijn lichaam en gaf me een voortdurend gevoel van onveiligheid. Het gevolg: Ik voel me nog steeds onrustig als ik ergens anders moet slapen dan in mijn eigen bed.
Bij sommige verzorgers werd ik fysiek mishandeld—zo erg dat ik als klein meisje van één jaar bont en blauw thuis kwam. Zulke ervaringen laten diepe sporen na. Toen ik twee jaar was, begon mijn haar uit te vallen, een directe reactie op de constante stress die ik doormaakte. Dit werd behandeld met zeer pijnlijke lotion op mijn hoofd. Stel je voor: het ineenkrimpen van pijn, keer op keer.
Natuurlijk, één keer logeren lijkt misschien geen probleem. Maar wat aanvankelijk als een kleine gebeurtenis leek, herhaalde zich meerdere keren achter elkaar en had daardoor een diepgaande impact. Zie je het verschil tussen wat we ‘klein’ en ‘groot’ trauma noemen? Fysieke mishandeling, herhaaldelijke pijn en steeds weer verlaten worden—deze ervaringen waren een voortdurende aanslag op mijn zenuwstelsel.
Als weggezet in het kindertehuis
Mijn ouders gingen scheiden op mijn twaalfde. Mijn moeder deed weer een poging en mijn vader bracht mij naar het kindertehuis. Dat was een enorme schok: Ik voelde me volledig weggezet en alleen gelaten, met het gevoel dat ik het zelf moest uitzoeken. Dit gevoel van verlatenheid liet een diepe traumatische imprint achter. Midden in het schooljaar moest ik naar een nieuwe tevens christelijke school. Ik hield me stil en probeerde onzichtbaar te blijven. Ik werd gepest om mijn bril en buitenboordbeugel wat er voor zorgde dat ik me buitengesloten voelde en er niet bij hoorde. Er waren jongens die mij seksueel betastte, tot het punt dat ik bloedde. Op dat moment begreep ik niet wat er gebeurde, maar het leidde tot mijn ontmaagding. Ik durfde mij niet te verweren of iets te zeggen. Ook dit was een heftige traumatische imprint.
Vanaf het moment dat ik in het kindertehuis zat, verdween mijn moeder spoorloos. Na een lange zoektocht ontdekte ik dat ze samenwoonde met een man die allesbehalve liefdevol was. Hij schreeuwde, was boos en dwong mijn moeder tot seks waar ik getuige van was. Die geluiden gingen door merg en been. Ik werd ook seksueel geïntimideerd door mijn stiefvader. Toen ik mijn moeder dat vertelde, geloofde ze mij niet en zei dat ik me niet moest aanstellen. Ik moest mijn stiefvader “pappa” noemen; wat ik amper mijn strot uit kreeg, het was afschuwelijk. Het meest pijnlijke was dat mamma mij niet geloofde. Opnieuw een traumatische imprint.
De tijd verstreek en uiteindelijk nam mijn vader ons in huis. Daar was de boze stiefmoeder, die zelf ook worstelde met haar problemen en zichzelf soms verwondde. Als ik niet deed wat ze zei, sloeg ze me en verscheurde ze een zelfgemaakte kaart van mijn moeder recht voor mijn neus. Daarna volgden dagen van stilzwijgen en negeren wat een flinke traumatische imprint achterliet. Negeren is bijzonder hard, vooral als je je al zo alleen voelt. Geslagen, gepest en genegeerd worden is een heftig trauma maar mijn grootste pijn zat op de kaart die in stukjes voor mij lag. Mijn vader nam het nooit voor mij op, ik kreeg totaal geen steun. Hij zei dat hij er niets aan kon doen.
Mijn vader bleef van vrouw naar vrouw hoppen, en zo kreeg ik later te maken met een andere stiefmoeder die mij haar regels oplegde: Ze dwong mij om de wc schoon te maken met een tandenborstel. Dit was één van de nare ervaringen, met een strenge stiefmoeder die mij aanwijzingen gaf terwijl ze boos achter mij stond. Ik was toen 15 jaar.
Toen ik 16,5 jaar was ging ik op mijzelf wonen en vanuit daar struggelde ik verder met de imprints die in mijn systeem waren opgeslagen.
Als je het hebt over trauma, kan ik je vertellen dat de afwezigheid van mijn ouders met hun steun en liefde het meest pijnlijke is dat ik heb gevoeld. Ze hebben nooit gezegd dat ze van mij hielden. Ik heb het echt alleen moeten doen. Natuurlijk had het impact dat mijn moeder uiteindelijk zelfmoord pleegde, ik was toen 28 jaar en mijn dochter 4 maanden, maar de diepere traumatische afdrukken zaten ergens anders en waren veel pijnlijker.
Het gevolg
Door mijn traumatische gebeurtenissen is mijn hele leven gericht geweest op beschermen en overleven. Ik raakte verstrikt in allerlei controlemechanismen. In het kort: ik ontwikkelde anorexia en boulimia, raakte verslaafd aan drugs en alcohol, en werd extreem perfectionistisch. Ik probeerde alles en iedereen te controleren. Dit leidde meerdere keren tot een burn-out, omdat ik constant hard werkte en presteerde, zonder mijn grenzen aan te geven. Ik was de pleaser en paste me altijd aan. Ik kreeg slaapproblemen en fysieke klachten: zoals migraine en een nekhernia. Relaties hielden geen stand. Ik trok mannen aan die zelf verslaafd waren, mij fysiek mishandelden, vreemd gingen, emotioneel onbereikbaar of narcistisch waren.
Oplossen van trauma
Ben ik nu trauma-vrij? Ja, ik kan terugkijken op mijn leven zonder de emotionele lading van vroeger. Dat betekent niet dat ik nooit meer geraakt kan worden of dat ik niets meer te verwerken heb. Maar in die momenten verlies ik mijzelf niet meer; ik blijf bij mezelf en onderzoek wat me raakt. Mijn lichaam vraagt nog steeds om aandacht en zorg, en dat is oké.
Ik heb enorm veel geleerd van mijn ervaringen, en het heeft me ongelooflijk veel gebracht. Ik heb mijn talenten en mijn missie ontdekt, en dat is een van de redenen waarom ik traumatherapeut ben geworden. Ik kijk dankbaar terug.
Ging het vanzelf? Zeker niet! Ik heb hard gewerkt om de emotionele pijn op verschillende lagen diep te doorleven. Dat betekent dat ik de trauma imprints die ik heb ervaren in de buik van mamma, bij mijn eigen geboorte, in mijn jeugd en in de voor-ouderlijn tot in het diepste van mijn cellen en hele wezen heb doorvoelt.
Was dat prettig? Natuurlijk niet. Was het effectief? Absoluut. Het heeft me geholpen om mijn controlemechanismen los te laten en om verbinding te krijgen met mijn lichaam en mijzelf. Ik had echt een ellendige tijd, maar dat is voorbij. Ik voel me blij en ik leef.
Omdat ik zelf de weg van heling heb doorlopen, weet ik hoe het is om door de pijn heen te gaan. De voelsprieten die ik van jongs af aan heb ontwikkeld, het leren scannen, is nu mijn talent om anderen te helpen hun pijn te verlichten. De verschillende therapieën die ik heb gevolgd, hebben me geleerd wat wel en niet effectief is. De diepte van heling die ik heb ervaren, heeft me duidelijk gemaakt dat stap voor stap werken aan je zenuwstelsel essentieel is om te herstellen en je lichaam weer in een veilige modus te brengen.
Ik hoop dat dit verhaal je visie op trauma verheldert en het inzicht geeft dat zelfs wat we als “kleine” trauma’s beschouwen, diepgaande effecten kunnen hebben en ons leven beïnvloeden.
Loop jij vast in je leven en wil je hulp?
Resoneert dit verhaal bij je? Wil je daarmee aan de slag? Misschien heb je relatieproblemen, ben je oververmoeid, sta je altijd aan of heb je een verslaving. Ik kan me voorstellen dat het niet makkelijk is om hulp te vragen. Je mag mij ook gewoon eerst even bellen om kennis te maken. Zodat ik je verhaal kan horen en dat we samen kunnen voelen of we een match zijn om samen te gaan werken. Geen moeten, geen verplichtingen, gewoon even kletsen.
Het kan echt anders, jij kan ook veranderen en weer blij in het leven staan.